Bij knaagdieren wordt er al snel ook gedacht aan konijnen. Dit is echter onjuist, konijnen zijn namelijk helemaal geen knaagdieren. Zeker wanneer je zelf een konijn hebt is het fijn om te weten hoe dit precies zit.
Een konijn is geen knaagdier maar behoort tot de haasachtigen. Verschillen tussen deze twee soorten zijn onder andere het gebit, de manier van eten en het geslachtsorgaan.
Konijnen en knaagdieren kunnen erg op elkaar lijken. Toch zijn er een aantal verschillen tussen een knaagdier en een konijn. Naast haasachtige zijn konijnen ook prooidieren en zoogdieren.
Een konijn is een haasachtige
Konijnen behoren dus tot de haasachtigen. Dit kun je onder andere zien aan een aantal lichamelijke kenmerken.
Zoals de naam al doet vermoeden behoren de hazen ook tot de haasachtigen. Er zijn in totaal 62 soorten die tot de haasachtigen behoren. De haasachtige kun je onderverdelen in 2 verschillende families. Dit zijn de haasachtigen en konijnen en de familie van fluithazen of pika’s.
Welke dieren zijn wel knaagdieren?
Er zijn verschillende huisdieren die wel tot de knaagdieren behoren. Cavia’s en hamsters zijn voorbeelden van populaire huisdieren die tot de knaagdieren behoren. Ook muizen, ratten en gerbils zijn knaagdieren die je als huisdier kunt houden.
Er zijn daarnaast ook knaagdieren die niet als huisdier kunnen worden gehouden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan eekhoorns. Ook bevers behoren tot de knaagdieren en kun je niet als huisdier houden.
De verschillen tussen konijnen en knaagdieren
Een van de grootste verschillen tussen haasachtigen en knaagdieren is het gebit. Beide diersoorten hebben twee grote snijtanden in de bovenkaak. Konijnen hebben achter deze grote snijtanden ook nog twee kleinere stifttandjes. Knaagdieren hebben deze extra tanden niet.
Doordat de diersoorten een ander gebit hebben is ook de manier waarop ze hun bek bewegen anders. Konijnen maken tijdens het eten een ronde beweging met hun kaken. Knaagdieren bewegen hun kaak tijdens het eten juist van voor naar achteren.
Er is nog een ander verschil te zien rond de bek van deze diersoorten. Haasachtigen hebben namelijk een gespleten bovenlip, knaagdieren hebben deze spleet niet.
Ook in de manier van eten is een groot verschil op te merken. Knaagdieren gebruiken regelmatig hun voorpootjes tijdens het eten. Zo houden ze hun eten vaak vast met hun voorpootjes. Haasachtigen zal je nooit met hun voorpootjes eten vast zien houden.
De snuit van een haasachtige is ook iets anders dan die van een knaagdier. Haasachtigen hebben namelijk spleetvormige neusgaten. Deze neusgaten kunnen ze ook openen en sluiten.
Een heel ander verschil tussen haasachtigen en knaagdieren is het geslachtsorgaan. Bij knaagdieren bevinden de ballen zich in een zakje achter de penis. Haasachtigen hebben hun ballen voor de penis zitten. De ballen van haasachtigen bevinden zich daarnaast onder de huid. Ook de penis van deze soorten verschilt, knaagdieren hebben hier namelijk een botje in zitten en haasachtigen niet.
Het verschil in verzorging
De verzorging van konijnen lijkt op de verzorging van bepaalde knaagdieren zoals cavia’s. Dit verschilt echter sterk per huisdier, zo is de verzorging van cavia’s en hamsters heel anders terwijl beide knaagdieren zijn. Lees hier meer over de verzorging van van cavia’s en hamsters ten opzichte van konijnen.
Haasachtigen behoren tot de zoogdieren
Haasachtigen en dus ook konijnen behoren tot de zoogdieren. Zoogdieren worden als zeer intelligent gezien. Er zijn een aantal kenmerken die konijnen en alle andere zoogdieren hebben.
Een van de kenmerken van zoogdieren is dat ze levend geboren worden. Na de geboorte drinken zoogdieren melk bij hun moeder. Dit is ook gelijk hoe zoogdieren aan hun naam komen.
Zoogdieren hebben altijd longen waarmee ze ademhalen. Dit is niet het geval bij bijvoorbeeld vissen. Naast de aanwezigheid van longen zijn zweetklieren altijd aanwezig bij zoogdieren.
Iets anders wat altijd bij zoogdieren aanwezig is is een skelet. Dit betekent gelijk dat zoogdieren gewervelde dieren zijn. Dieren zonder skelet zijn bijvoorbeeld slangen en schelpdieren.
Alle zoogdieren hebben op een bepaald moment in hun leven haren gehad. De meeste zoogdieren behouden deze haren voor de rest van hun leven. Er zijn echter ook enkele zoogdieren die hun haren verliezen. Dit laatste is vooral het geval bij zeezoogdieren.
Het laatste kenmerk van zoogdieren is dat ze altijd warmbloedig zijn. Dit zorgt betekent ook dat zoogdieren vrijwel altijd warmer zijn dan hun omgeving.
Een konijn is een prooidier
Een konijn is naast een zoogdier ook een prooidier, dit betekent dat het vluchtdieren zijn. Konijnen zullen daarom snel vluchten wanneer ze schikken of achtervolgt worden. Konijnen zullen zich indien mogelijk ook verstoppen wanneer ze iets spannend of eng vinden. Wanneer het gevaar erg dichtbij is kan een konijn ook plat en stil op de grond gaan liggen.
Het is voor een konijn daarom niet fijn wanneer je achter hem of haar aanzit. Ook vindt een konijn het niet fijn om van boven benaderd te worden. Dit is namelijk ook een van de manieren waarop ze door roofdieren benaderd kunnen worden.
Roofdieren waar een konijn last van heeft zijn onder andere vossen, wolven en katachtigen. Grote vogels zijn ook een gevaar voor konijnen in het wild. Tenslotte kunnen slangen naast kleine prooien ook konijnen als prooi hebben.
Dat het konijn een prooidier is is ook een van de redenen dat ze graag in groepen leven. Wanneer je in een groep leeft is de kans veel kleiner om door een roofdier gepakt te worden. Dit heeft er onder andere mee te maken dat de dieren elkaar kunnen waarschuwen.
